Er was eens heel lang geleden… Wow, wat ben ik nu aan het doen? … dit wordt geen sprookje. Neen, dit is een concreet voorbeeldje van hoe mensen effectief problemen creëren in de wereld die er niet zijn. Opnieuw…
Ik sta op een ochtend in de keuken mijn verse geitenmelk stap voor stap te bereiden om 24u te kunnen laten stremmen en plots klingelt de bel buiten. Staat daar een vriendelijk oud vrouwtje: “Ben jij de eigenaar van die paarden en die ezel wat verderop in de weiden?”, vroeg ze met een zeemzoete stem. Mijn hart begon te bonzen en ik dacht “Oh nee, ze zijn vast ontsnapt. Waarom komt er anders iemand helemaal tot aan mijn deur om dat te vragen? En we hebben al een tijdje last van sabotage en onze draad die in de weide doorgeknipt wordt. Maar neen, tot mijn grote opluchting hoor ik plots de meest rare opmerking “ever” die dag. “Uw paarden hebben geen eten,” komt het lieve glimlachende oude vrouwtje melden. Ik denk “what the fxxx?”, maar zeg beleefd: “Hoe kan dat? We zijn ze gisteren nog hooi gaan brengen? We brengen iedere dag nog extra hooi in de weide.” Ze schrikt op en had duidelijk niet verwacht dat paarden in de wei ook nog extra hooi gebracht werd. “Dat heb ik niet gezien,” antwoordt ze. En overtuigd van haar gelijk zegt ze dat onze paarden hopeloos zijn, omdat ze zuring aan het eten zijn, want paarden eten volgens haar nooit zuring. Waarschijnlijk legde ze toen met haar woorden figuurlijk de appel van Sneeuwwitje in mijn handen, want ik voelde me plots heel moe worden van al die domheid.
“En uw paarden kunnen niet schuilen in de stal voor dazen, omdat er water in staat.” Je moet weten, dat was net voor dat weekend van Rock Werchter, toen iedereen hopeloos het water uit z’n weide probeerde weg te pompen. En zelfs ginder op de campings zijn ze er niet overal in geslaagd! Bovendien vlogen er net die dagen geen dazen rond wegens het continue strontweer. Maar dat wou de wijze vrouw niet aannemen. “Ik heb het goed met u voor”, zei ze weer met diezelfde overtuigende glimlach. En om haar statement extra kracht bij te zetten, haalde ze er nog meer mensen uit de omgeving bij; die ook zouden klagen bij haar dat we onze paarden niet goed zouden verzorgen. Ik begon te vragen wie de vrouw was en toen wist ik dat mijn man ook al eens thuisgekomen was met allemaal afbrekende commentaren van haar die geen steek hielden. En daarom zei ik: “Ik wou dat buitenstaanders ook nog eens iets leuks te zeggen had over hoe goed we voor onze paarden zorgen.” Passioneel begon ik bam bam bam het éne sterke punt na het andere op te noemen bij de verzorging en het samenleven van onze dieren. In sneltempo trachtte ik haar ook nog een cursus te geven over hoe paarden in de vrije natuur leven en dat wij sterke gezonde paarden hebben, wat ook bevestigd wordt door kenners. En dat die ervaren mensen die ook dagelijks met paarden en andere dieren werken voor ons een inspiratie zijn om dingen anders te gaan aanpakken. En tot mijn grote verbazing bevestigde ze plots dat de hoeven van onze paarden inderdaad heel goed verzorgd werden. Ze bleef me met die zorgzame glimlach aankijken, toen ik alle mensen opnoemde die wel opmerkten hoe goed onze dieren zich hier voelen. Ze verzekerde me nogmaals dat ze het echt goed met ons voorhad, won mijn vertrouwen, liet mij in de vriendelijk aangeboden appel bijten en vertrok met haar zoete glimlach.
Ik ging terug naar binnen en mijn jongste dochter wou alles weten wat het enge oude vrouwtje vertelt had. En zoals vaak stelde zij de vraag die ikzelf had moeten stellen: “Hoe weet die mevrouw dat de hoeven van onze paarden in orde zijn? Is die in onze weide gegaan om de hoefjes vast te nemen en te controleren?” Dat was eng!? Staat die mevrouw ons daar vanuit de bosjes iedere dag te bespieden?
Mijn man gaat in de avond de boer betalen voor het hooi en vraagt meteen een extra advies betreffende de waterplas in de stal. En als hij over de vrouw vertelt, krijgt het verhaal een andere wending… “je moet je er niets aantrekken”, zegt de boer. Er was door haar zelfs al een wijkagent bij hem komen inlichtingen nemen over ons, omtrent het slecht verzorgen van onze paarden. Zo goed had de dame het dus met ons voor. En de boer had aan de agent gevraagd voor wie hij dan in hemelsnaam zo vaak hooi bij ons moest leveren.“ Ik dacht al dat er niets aan de hand was”… had de agent geantwoord.
De giftige appel deed zijn werking en de woede en de verontwaardiging raasde door mijn aderen. Samen met mijn dochter ging ik de paarden van weide veranderen die dag (dat was al zo gepland). En weet je wat? Een van onze paarden die de nieuwe weide in rende met prachtige stukjes droog graslandschap (net zoals in de vorige weide), die stapte resoluut de énige plas met water in die er in die weide te vinden was. Hij zwierde gelukkig met zijn staart heen en weer en at smakelijk wat er in die diepe plas groeide. Hij keek naar zijn vriendin die de droge grond verkoos enkele meters verderop, maar bleef liever in zijn plas water genieten. Ik heb er meteen een foto en een video van genomen omdat het teveel toeval was en die zet ik vandaag op Facebook. Alsof het paard me aankeek en zei “trek je er niets van aan, zij kent ons niet en weet niet wat ik lekker vind”.
En toen de hoefsmid nadien langskwam, spuugde ik het allerlaatste stukje giftige appel uit door zijn zalig vermogen tot relativeren. “Als ze commentaar gehad had op mijn werk zou ik eens langs geweest zijn om uitleg te vragen” en toen keek hij me nog met een echte glimlach aan en vroeg verbaasd: “Zuring, dat is toch gezond?”. Ik lachte terug en zei: “Ik kweek het zelfs in mijn kruidentuintje voor in eigen slaatjes te verwerken.” In your face gemene heks, en we leefden nog lang en gelukkig.